Beleid, Bestuur, Management & Pedagogiek in de kinderopvang

Werkgeversorganisatie BVOK maakt weer eigen kinderopvang-cao

Nu er nog geen cao kinderopvang is per 1 januari 2023 en werkgeversvereniging BVOK niet is toegelaten aan de onderhandelingstafel, heeft BVOK ervoor gekozen om haar eigen cao MKMB Kinderopvang open te breken en te verlengen tot 31 december 2024.
Werkgeversorganisatie BVOK maakt weer eigen kinderopvang-cao


De leden hebben tijdens de algemene vergadering unaniem voor gestemd. Medewerkers van BVOK-leden krijgen in twee jaar een loonsverhoging van gemiddeld 11 procent namelijk:

  • op 1-1-2023: eerst een stijging van 115 euro bruto per maand én een 1,25 procent verhoging (totaal ca. 5,75 procent)

  • op 1-1-2024 een stijging van loonschalen met 3 procent

  • op 1-5-2024 nog eens 1,5 procent. Ook wordt in 2024 de eindejaarsuitkering verhoogd van 3 procent naar maximaal 4 procent

Door deze loonsverhogingen en de verlaging van de belastingschalen en de compensatie van de energietarieven door de overheid, blijft de koopkracht redelijk in stand, meldt de BVOK. Het betekent een stijging van de nettolonen per 1 januari met vermoedelijk 6 tot 8 procent, naast de compensatie.

Ook moet de nieuwe cao medewerkers motiveren om zich te binden aan de kinderopvang. Zo wordt de 40-urige werkweek weer ingevoerd, waardoor de verdiencapaciteit van medewerkers in de kinderopvang wordt vergroot en de mogelijkheid om meer te werken (op vrijwillige basis) wordt vereenvoudigd. Verder is er meer ruimte voor het toepassen van functiedifferentiatie en het versoepelen van de diploma-eisen waardoor een grotere doelgroep weer beschikbaar komt voor de kinderopvang. 

In de cao MKMB Kinderopvang worden aanvullende (diploma)eisen gesteld aan het mogen inzetten van een zzp’er. Zo moet een zzp’er in bezit zijn van EHBO/BHV, stagebegeleiding, taaltoets, indien noodzakelijk babyspecialisatie en vve. Ook is er in de cao, conform de uitgangspunten van de SER en de ACM, een minimum uurtarief van 30 euro en een maximum uurtarief van 45 euro (globaal vijf keer het fiscaal uurtarief) afgesproken.