Beleid, Bestuur, Management & Pedagogiek in het kindcentrum

Tweede analyse Buitenhek situatie kinderopvang en peuterwerk

Kinderopvangondernemers hebben met name vragen bij het uitwerken van scenario’s voor de komende periode. De meeste vragen gaan over de aannames die ze verwerken in de liquiditeitsprognose: de verwachte duur van de sluiting, de effecten op korte en langere termijn en de impact van de compensatieregeling voor de ouderbijdrage. Met die informatie kunnen ze tijdig maatregelen voorbereiden voor de nieuwe marktsituatie na de coronacrisis.
Tweede analyse Buitenhek situatie kinderopvang en peuterwerk


Bureau Buitenhek heeft een tweede inventarisatie gemaakt van de meest gestelde vragen van ondernemers over de coronacrisis. De kabinetsmaatregelen zijn officieel verlengd tot en met dinsdag 28 april 2020, maar dit is de minimumprognose. Het is volgens Buitenhek allerminst zeker dat daarna de sluiting direct wordt opgeheven. Deze datum valt overigens ook in de landelijke meivakantieweek, dus voor onderwijs geldt de sluiting tot tenminste maandag 4 mei. De brancheorganisaties kinderopvang zijn nog in overleg met de staatssecretaris om gelijkschakeling te vragen.

Effecten korte termijn
Op korte termijn zijn er zowel effecten aan de omzet- als aan de inkomstenkant. Aan de omzetkant bestaat het risico van omzetverlies door ouders die opzeggen. Dat kan zijn vanwege het feit dat ouders werkloos raken, de formele opvang inruilen voor informele opvang of om andere redenen. Daarnaast heeft de kinderopvang op dit moment niet of nauwelijks instroom van nieuwe kinderen. Tegelijkertijd stromen er wel kinderen uit. Gemiddeld 26 procent van de dagopvangomzet is gekoppeld aan 3-jarigen en dat betekent dat iedere maand sluiting een extra omzetverlies kan opleveren van ruim 2 procent.

Het kabinet heeft toegezegd de ouderbijdrage te vergoeden tot aan het maximumtarief van de huidige toeslagregeling. Niet alle kosten voor ouders worden daarmee gedekt, omdat veel ouders een contract hebben met kosten die boven het toeslagtarief uitkomen. Dat deel van de compensatie ligt dus op het bordje van de ondernemers. Ongeveer 3 procent van de totale brancheomzet wordt niet gedekt door de toeslagtarieven. Dat gemiddelde zegt echter niets over individuele situaties.

Noodmaatregel
Sommige ondernemers kunnen in aanmerking komen voor de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW) die het Rijk heeft ingesteld. Die aanbieders compenseren hun klanten voor een hoger bedrag, hebben meer omzetverlies en komen daardoor ook eerder in aanmerking voor de NOW-regeling. Voor aanbieders die boven het toeslagtarief zitten is het van belang om - in overleg met de huisaccountant - het omzetdeel boven het toeslagtarief vanaf 16 maart 2020 tot aan het einde van de sluiting als omzetkorting in de boekhouding te verwerken. Dat is ook nodig om het omzetverlies te verantwoorden voor de NOW-regeling. Die is uitsluitend voor bedrijven die ten minste 20 procent omzetverlies kunnen aantonen.

 

Financiering
Wat betreft financiering peuteropvang en voorschoolse educatie, ook ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag worden gecompenseerd voor het doorbetalen van de ouderbijdrage voor peuteropvang met en zonder ve en voor kinderen met een sociaal-medische indicatie (smi). Het uitgangspunt is om deze ouders op gelijke wijze te compenseren als de landelijke compensatie voor ouders met kinderopvangtoeslag. Het ministerie van OCW heeft toegezegd dat gemeenten hiervoor extra middelen ontvangen van het rijk. Compensatie van het deel van het uurtarief boven de 8,17 euro is overigens geen onderdeel van deze compensatieregeling. Indien mogelijk en wenselijk kan een gemeente daarin wel een eigen keuze maken.