
Hierdoor zullen de maximum uurprijzen voor 2023 in totaal met 1,74 procent extra stijgen voor alle vormen van kinderopvang. De maximum uurprijzen voor de dagopvang en de buitenschoolse opvang worden in totaal geïndexeerd met 7,32 procent (deze worden € 9,12 en € 7,85) en de maximum uurprijs voor de gastouderopvang met 5,06 procent (wordt € 6,85).
Die aanvankelijke ingreep kostte ongeveer 57 miljoen euro. Maar na de eerste verhoging door het kabinet volgde een meteen initiatief van GroenLinks en PvdA, die wilden dat bij de toeslag in 2023 niet alleen gekeken zou worden naar de inflatie over 2022, maar ook naar die van 2023. Dat zou de toeslag nog hoger maken, wat zo’n 45 miljoen extra kost. Van Gennip is akkoord met dit extra voorstel, waardoor nu 102 miljoen euro extra voor toeslagen zal worden uitgetrokken.
Belangenorganisaties vrezen echter dat het toch niet genoeg zal zijn. Ze vinden 102 miljoen euro veel geld, maar fundamenteel niet genoeg, zegt Gjalt Jellesma van BOinK. ‘De verhoging van de uurprijs gaat over euro’s, de verhoging van de toeslag is nog geen twee dubbeltjes’. Ook Marjet Winsemius van Stichting voor Werkende Ouders is kritisch. ‘De vorige verhoging zette al geen zoden aan de dijk. Een vader die ik sprak, ging 174 euro meer betalen in plaats van 182.’