Letterlijk van de ene op de andere dag – in tijden van grote onzekerheid voor iedereen – is een goed draaiende noodopvang voor kinderen tot stand gekomen’, schrijven beide staatssecretarissen. De noodopvang vangt op dit moment ongeveer 10 procent van het aantal kinderen ten opzichte van de reguliere situatie, met uitschieters naar 15 procent. Daarnaast wordt er ook opvang geboden aan kinderen die normaliter geen gebruik maken van de kinderopvang.
Er waren in de eerste periode signalen dat kinderopvangorganisaties de voorwaarden waaronder ouders aanspraak konden maken op noodopvang te streng toepasten. Inmiddels is het beeld dat kinderopvangorganisaties hier een goede weg in hebben gevonden. Ook waren er vragen over de mogelijkheid om kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar in kwetsbare situaties op te vangen in de noodopvang. Ook hier is het beeld dat dit veelal goed wordt opgepakt, in overleg tussen de gemeenten, scholen, kinderopvangorganisaties en o.a. Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming.
'Ouders geven gehoor'
Ouders geven breed gehoor aan de oproep om door te blijven betalen, stellen de staatssecretarissen vast. ‘Uit inventarisaties van de branchepartijen volgt dat het aantal opzeggingen van contracten en het aantal ouders dat verzuimt te betalen, niet veel afwijkt van de cijfers in normale tijden. Uit cijfers van de Belastingdienst volgen ook geen afwijkingen in het aantal stopzettingen van de kinderopvangtoeslag door ouders. Wij zijn verheugd dat ouders gehoor geven aan de oproep en zo de sector ook in staat stellen tot het verzorgen van de noodopvang.’