Kwalitatief hoogstaande kinderopvang biedt kinderen een plek waar zij zich op allerlei vlakken kunnen ontwikkelen, zowel cognitief, emotioneel en sociaal. Tegelijkertijd krijgen ouders zo ruimte om zich professioneel te blijven ontwikkelen. Kinderopvang is daarmee een ontwikkelinstrument voor gezinnen.

De sector is inmiddels ook groot: er werken ruim 127.000 mensen en zo’n miljoen kinderen maken er gebruik van. Toch is de manier waarop de sector zich ontwikkelt nog te veel afhankelijk van losse initiatieven. Daarom is een innovatie-infrastructuur nodig. De Kinderopvangraad roept de overheid op om het initiatief daartoe te nemen. ‘In andere sectoren investeert de overheid fors in kennisontwikkeling. In de kinderopvang is die investering nog te beperkt. Dat staat niet in verhouding tot het belang van de sector.’

In het advies doet de Kinderopvangraad een aantal concrete voorstellen om de innovatiekracht van de sector te versterken. Deze voorstellen zorgen ervoor dat kennis niet blijft hangen binnen organisaties, maar beschikbaar komt voor de hele sector. En ze zorgen er tevens voor dat professionals zich kunnen blijven ontwikkelen, voor hun eigen motivatie en voor de kinderen. Dit zijn de voorstellen:

• een permanente structuur voor onderzoeksprogrammering

• regelmatige actualisatie van curricula in opleidingen

• versterking van beroepsverenigingen

• een breed gedragen stelsel voor bij- en nascholing

• een goed uitgerust expertisecentrum voor kennisdeling

De raad wijst erop dat in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs samen zo’n 296.000 mensen werken, dat is 2,4 keer het aantal van de kinderopvang. Door OCW wordt jaarlijks naar schatting 70 miljoen euro uitgegeven voor kennisinfrastructuur die ten goede komt aan het funderend onderwijs (waarvan 30 miljoen voor NRO). Dat is 70 keer de hoeveelheid geld die voor de kinderopvang beschikbaar is.