In 2026 investeert het kabinet 199 miljoen euro in een hogere toeslag voor werkende ouders. Voor 2025 is een eerste stap gezet, waarbij 455 miljoen euro is gereserveerd. In totaal krijgt de groep werkende ouders met een gezamenlijk inkomen tot circa 55.000 euro volgend jaar recht op het maximale vergoedingspercentage van 96 procent. Ook hogere inkomens ontvangen een hoger vergoedingspercentage.
In 2027 gaat de vergoeding verder omhoog, waardoor de kinderopvang bijna gratis wordt voor middeninkomens met een gezamenlijk inkomen tot bijna twee keer modaal. In 2029, wanneer het nieuwe stelsel ingaat, wordt de vergoeding inkomensonafhankelijk. Alle werkende ouders krijgen dan recht op het maximale vergoedingspercentage van 96 procent.
Met het ontwerpbesluit indexeert het kabinet ook de maximum uurprijzen en toetsingsinkomens in 2026. In het regeerprogramma van 2024 was afgesproken om de maximum uurprijzen eenmalig in dat jaar niet aan het prijsniveau aan te passen. In de voorjaarsnota 2025 heeft het kabinet echter besloten om dit wel te doen. Hierdoor blijft de kinderopvangtoeslag beter in de pas lopen met de kosten die ouders voor kinderopvang maken.
De maximum uurprijzen gaan in 2026 met 4,84 procent omhoog. De nieuwe bedragen voor volgend jaar zijn: 11,23 euro in de dagopvang, 9,98 euro in de buitenschoolse opvang en 8,49 euro in de gastouderopvang. De toetsingsinkomens worden met 4,04 procent geïndexeerd.