Het incident gebeurde op de eerste dag van de lockdown in maart 2020. Scholen en kinderopvangcentra moesten dicht en alleen voor kinderen van ouders met cruciale beroepen werd een uitzondering gemaakt. Zodoende waren er maar enkele kinderen op de opvang, onder wie het 4-jarige meisje. Het meisje speelde verstoppertje met haar broertje en vroeg aan een van de twee begeleidsters of dat op de gang mocht. Dat was goed.
Niet veel later hoorden de begeleidsters een harde klap op de gang. Twee tegen de muur staande branddeuren bleken bovenop het meisje te zijn gevallen. Er ontstond meteen grote hectiek. De deuren van elk 50 kilo werden van het meisje getild, hulpverleners kwamen ter plaatse en de ouders werden ingelicht. Maar hulp mocht niet meer baten.
‘Wat deden die deuren daar? Wat als er brand was uitgebroken?’ vroeg een van de rechters. Een pedagogisch medewerker die er sinds begin het jaar werkte, had meteen op zijn eerste werkdag gezegd tegen de leiding van het kindcentrum dat de deuren daar gevaarlijk stonden. Die waren al in januari verwijderd omdat aan de vloer werd gewerkt. Maar daarna zijn ze nooit teruggeplaatst, ze moesten nog ingekort worden.