Aan het onderzoek deden 23 kinderopvangorganisaties uit het hele land mee. De bevindingen zijn gebaseerd op ervaringen van medewerkers en managers. Zo lijkt de inzet van groepsondersteuners bij te dragen aan meer rust op de groep, meer tijd en aandacht voor kinderen en minder taken die blijven liggen. De inzet vraagt weliswaar extra investering in tijd en begeleiding, maar veel organisaties vinden dat dit zich terugbetaalt in werkplezier en kwaliteit. 

Een grote groep pedagogisch professionals geeft in het onderzoek aan dat de komst van een groepsondersteuner zorgt voor verlichting in het dagelijks werk. Werkzaamheden worden beter verdeeld, er is meer overzicht en medewerkers ervaren meer tijd voor hun kerntaken, zoals aandacht geven aan de kinderen en pedagogisch werken met de groep. Ook groepsondersteuners zelf voelen zich betrokken en gewaardeerd in het team. Zij geven aan dat hun inzet verschil maakt. Niet alleen voor hun collega’s, maar ook voor de kinderen. 

Een van de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek is dat dé groepsondersteuner niet bestaat. De functie wordt in de praktijk op uiteenlopende manieren ingevuld, afhankelijk van de behoefte op de locatie. Taken, verantwoordelijkheden en opleidingsachtergrond verschillen sterk per persoon en organisatie. Zo geven sommige organisaties groepsondersteuners meer ruimte in verzorgende taken, terwijl andere organisaties die juist beperken. Deze verschillen hangen samen met lokale afspraken, de samenstelling van het team en de locatie.