
Deze pilot werd door betrokken partijen als succesvol beschouwd. In vervolg op deze pilot is nu een voorstel tot flexibilisering van het toezicht ontwikkeld.
Dit schrijft demissionair kinderopvangstaatssecretaris Wiersma (SZW) aan de Tweede Kamer. De staatssecretaris onderschrijft de wens tot meer flexibilisering. ‘Dit biedt de ruimte om – door vermindering van het aantal verplichte inspectie-items – uitgebreider dan wel diepgaander onderzoek te doen naar bepaalde thema’s die volgens de toezichthouder en gemeente belangrijk zijn.’ Van belang is dat flexibilisering van het toezicht niet leidt tot aanpassing van de (kwaliteits)eisen voor kinderopvangorganisaties.
Concreet betekent het dat de verplichte inspectie-items zoals die zijn opgenomen in de Beleidsregel werkwijze toezichthouder kinderopvang verdwijnen. Hierop gelden drie uitzonderingen. Er moet getoetst blijven worden op de aanwezigheid van een vog (verklaring omtrent het gedrag) en op de correcte inschrijving in het personenregister kinderopvang.
Verder blijft de verplichting bestaan om te toetsen of wordt voldaan aan de eisen voor voorschoolse educatie, indien hier sprake van is. Ook blijven GGD’en standaard toezien op de pedagogische kwaliteit vanwege het belang voor de algemene kwaliteit van de kinderopvang. De verdere invulling van het toezicht wordt lokaal in overleg tussen gemeenten en GGD’en vastgesteld.