Beleid, Bestuur, Management & Pedagogiek in de kinderopvang

Bijna alle kinderopvangmedewerkers ervaren hoge werkdruk

Uit onderzoek van FNV Zorg & Welzijn onder bijna 5500 medewerkers in de kinderopvang blijkt dat 92 procent van de medewerkers een hoge werkdruk ervaart. Te weinig collega’s en teveel kinderen op een groep zijn volgens een overgrote meerderheid van de respondenten de belangrijkste veroorzakers van de werkdruk. Daarnaast spelen de hoeveelheid administratief werk en niet-groepsgebonden werkzaamheden een rol.
Bijna alle kinderopvangmedewerkers ervaren hoge werkdruk

Volgens het onderzoek gaat dit ten koste van de hoeveelheid gerichte aandacht voor de kinderen, waaronder de educatieve en sociale ontwikkeling. Ook maken oververmoeide medewerkers sneller fouten, wat ten koste van de kwaliteit van de opvang gaat. ‘Dat het probleem bij bijna alle kinderopvangmedewerkers speelt, is best schrijnend. Dit is ook de reden waarom wij dit onderwerp tijdens de afgelopen cao-onderhandelingen zo hoog op de agenda hebben gezet en er zelfs medewerkers voor hebben gestaakt’, zegt Debbie van Leiden, FNV-bestuurder Kinderopvang.

Het onderzoek laat zien waar de werkdruk volgens de medewerkers vandaan komt en welke verschillen sommige groepen medewerkers ervaren. Zo is het opvallend dat vooral jongere werknemers (tot 34 jaar) vaker een hoge werkdruk ervaren dan hun oudere collega’s. Daarnaast ervaren medewerkers van organisaties waar met een beschikbaarheidsdag wordt gewerkt vaker geregeld een hoge werkdruk, omdat zij buiten hun rooster om beschikbaar moeten zijn. Van Leiden: ‘Hier kunnen werkgevers dus concrete maatregelen voor nemen om de werkdruk terug te dringen.’

Vergelijkbare ervaringen 

Het type opvang waar mensen werken, blijkt geen invloed te hebben op hoe medewerkers de werkdruk ervaren. Zowel in de dagopvang, buitenschoolse opvang, VVE en peuteropvang zijn de ervaringen vergelijkbaar. Ook toont het onderzoek geen grote verschillen tussen leden van de vakbond (56 procent van de respondenten) en niet-leden (44 procent). 

Van de respondenten geeft 73 procent aan dat er te weinig collega’s zijn om het werk mee te doen. Ook zegt 7 op de 10 dat het aantal kinderen op een groep te hoog is. Dit duidt mogelijk op een discrepantie in de beroepskracht/kindratio (BKR), zegt Van Leiden. ‘Om te onderzoeken of het hier om incidenten gaat of dat er sprake is van een trend, is de FNV twee weken geleden een meldpunt gestart. De wettelijke grens van het aantal kinderen per groep is er namelijk niet voor niets. Dan kan de kwaliteit van de opvang meer onder druk komen te staan en komt zowel de veiligheid van de kinderen als de medewerkers in het geding.’