Beleid, Bestuur, Management & Pedagogiek in de kinderopvang

Kom op voor baby’s! Reactie op de petitie

Beste 7000 + ondernemers die hun handtekening zetten onder de petitie ‘Kom op voor kinderopvang’, Zo’n twee jaar geleden bracht ik een bezoek aan het ROC in Leiden. Voor een reportage op De Correspondent sprak ik daar met meisjes van een jaar of 18 die in opleiding waren tot pedagogisch medewerker. De meeste van hen hadden al meerdere stages gelopen. De gesprekken die ik voerde waren levendig; de meiden waren nog lekker onbevangen. En dat gaf een aardig beeld van de praktijk:
Kom op voor baby’s! Reactie op de petitie


Om te beginnen viel het enthousiasme me op van de meeste leerlingen. Ze vertelden met hoe leuk het was om de ontwikkeling van kinderen mee te maken. “Opeens denk je ‘wow, die kan al lopen, wow die kan al praten’.”  
Maar ze vertelden me ook hoe zwaar ze het werk vonden ‘Weet je dat werken in de kinderopvang echt minstens zo zwaar is als werken in de bouw?’ zei een van hen verontwaardigd toen ik haar zei dat sommige mensen denken dat werken met jonge kinderen lekker makkelijk werk is. ‘Als de kinderen even slapen, kak ik helemaal in.’
Maar wat me tijdens  de gesprekken het meest opviel waren  de terugkerende opmerkingen over het gebrek aan  tijd. In de woorden van een van de meisjes:  ‘We moeten met zijn tweeën voor tien jonge kinderen zorgen. En daar zitten dan ook baby’s bij. Die kun je niet altijd troosten als ze huilen. Maar dat zou wel moeten. Dat heeft een kind gewoon nodig voor zijn ontwikkeling.’ En die ontwikkeling, zo stelde een andere leerling op z’n Johan Cruijffs, ‘is wel belangrijk voor later, vind ik.’


Over die ontwikkeling die zo belangrijk is voor later wil ik het graag met jullie hebben. 
Als ik jullie zou vragen of jullie deze Cruijffiaanse zouden onderschrijven, zouden jullie allemaal ‘ja’ zeggen. Jullie zouden allemaal zeggen dat jullie die vroegkinderlijke ontwikkleing heel belangrijk vinden. Jullie petitie begint dan ook met een zin die het belang van die ontwikkeling onderschrijft: 
‘Kwaliteit in de Kinderopvang moet voorop staan’. 


Dat is op zich heel mooi natuurlijk. Maar wat mij al jaren grote zorgen baart is het gemak waarmee dit soort zinnen bij jullie en bij sommige bestuurders de mond uitrollen terwijl uit de woorden die volgen eigenlijk precies het tegendeel blijkt. Een beetje in de trant van ‘ik bedoel dit niet als een belediging’ en dat er dan vervolgens een heleboel ellende over je heen valt –  je kent dat wel. 
Om dit te illustreren zal ik jullie even citaat voorlezen dat ik tegenkwam op de Linkedinpagina Kinderopvang in Nederland: 
Begrijp me niet verkeerd’, schrijft een ondernemer in een discussie over de net voorgestelde maatregelen voor de babyopvang,  ‘kwaliteit is van enorm belang in de kinderopvang en als ondernemer daarin juich ik dat toe! Maar naast een ‘kwalitatief’ hoog niveau bieden moet de bedrijfstak ook financieel gezond blijven… ‘
Wat deze ondernemer zegt is eigenlijk: kwaliteit is heel belangrijk, maar als dat er toe leidt dat ondernemers failliet gaan, moeten we maar wat water bij de wijn doen. Pech voor de kinderen.


Laatst, tijdens de eerste kinderopvangbijeenkomst van Kabinet Rutte III kwam ik ook weer een voorbeeld tegen van dit fenomeen. Mevrouw Nijkerk de Haan, woordvoerder kinderopvang van de VVD,  benadrukte tijdens haar spreekbeurt het grote belang van kwalitatief goede kinderopvangs- ‘je kind is immers je dierbaarste bezit’ – om vervolgens in een moeite door te schakelen naar een batterij onhandige maatregelen die het ondernemerschap zo in de weg zaten. Dat kon toch niet de bedoeling zijn. Hoe moest het anders met de werkende ouders? Weer diezelfde maar, weer die concessies aan de kwaliteit voor de kinderen.
Wat mij los van deze dubbele boodschap van jullie verder grote zorgen baart is het gemak waarmee er soms oneigenlijke argumenten worden aangehaald om  de indruk te wekken dat de pedagogische kwaliteit toch wél centraal staat.  
Toen Asscher zijn nieuwe plannen voor verlaging van de leidster-kindratio in de babyopvang ruim twee jaar geleden aankondigde, kwam de Brancheorganisatie Kinderopvang  bijvoorbeeld met een statement naar buiten waarin zij stelde dat dit niet nodig was omdat het niet gaat om de kwantiteit van de leidsters maar om de kwaliteit. Als je crècheleidsters bijschoolt over de ontwikkeling van baby’s, verbeter je de kwaliteit en kun je prima doorgaan met dezelfde hoeveelheid personeel, zo was de stelling.
Met deze stelling wordt al het wetenschappelijke onderzoek waarin  het tegendeel wordt beweerd schaamteloos van de tafel geveegd – uit onderzoek van Elles de Schipper bleek namelijk dat één leidster meer of minder precies het verschil kon maken tussen ‘adequate en inadequate zorg’.
Maar op de tweed plaats begrijp ik de redenatie ook helemaal niet.
Het is alsof je zegt dat je het aangetoonde tekort aan verpleegkundigen op de intensive care kunt oplossen met een cursus over hoe ze beter met een patiënt kunnen omgaan. Ook belangrijk natuurlijk, maar de infusen die verwisseld moeten worden en de monitors die in de gaten gehouden moeten worden, daar heb je toch echt mensen voor nodig.
Ook het kwaliteitsargument dat in jullie petitie wordt aangehaald vind ik heel twijfelachtig. Jullie stellen daar in dat meer beroepskrachten tot meer onrust op de groepen leidt. Mara zou je die onrust kun je om te beginnen niet kunnen afstrepen tegen de verminderde onrust die ontstaat als je huilende baby’s op tijd kunt troosten? Daarbij: je kunt ook de groepen kleiner maken waardoor er op een groep van zes kinderen slechts twee leidsters rondlopen. Sterker nog: volgens de Amerikaanse Academie van Kinderartsen ( de AAP) bestaat een babygroep idealiter uit niet meer dan zes kinderen en zouden ze in ieder geval nooit groter mogen zijn dan acht. 
Nou begrijp ik dat deze IKK-babymaatregel heel duur is. En dat jullie daar tegen in opstand komen.
Maar waar ik het dus fundamenteel met jullie mee oneens ben is de manier waarop jullie dit doen. 
Als jullie, zoals jullie beweren,  écht waarde hechten aan pedagogische kwaliteit en de belangen van het kind écht centraal hebben staan – wat gezien het door Nederland ondertekende kinderrechtenverdrag ook zou moeten – dan zeg je niet ‘Kwaliteit is heel belangrijk maar.. ‘, zoals nu vaak het geval is,   maar dan zeg je Kwaliteit is heel belangrijk dus.
Dat zou betekenen dat je niet je huidige beleid verdedigt tot het moment dat je wordt aangevallen, of op de vingers wordt getikt door de GGD, maar dat je je als branche jezelf pro-actiever opstelt naar de overheid als kenner bij uitstek van het jonge kind.
Als je als branche de pedagogische kwaliteit écht centraal zou hebben staan en de belangen van het kind voorop, dan had je vóórdat Asscher met zijn maatregelen kwam, de beleidsmakers en politici zélf uitgelegd dat baby’s een hele belangrijke breinontwikkeling doormaken in de eerste levensjaren en dat die ontwikkeling sterk afhankelijk is van de emotionele zorg en aandacht die ze dan krijgen. Sterker : dat uit onderzoek van de Erasmus Universiteit blijkt dat een klein verschil in sensitiviteit van een vast vertrouwd persoon in de babytijd, al te zien is in de breinontwikkeling van een kleuter. En dat je dus eigenlijk alleen maar verantwoorde babyopvang kunt bieden als de pedagogisch medewerkers écht genoeg tijd hebben om voor een baby te zorgen. En als baby’s de tijd krijgen om zich te hechten aan een vast persoon. En als de pedagogisch medewerkers zélf ontspannen zijn in plaats van overwerkt. En dat het in de huidige omstandigheden financieel en logistiek  niet mogelijk is om het op deze manier te organiseren. 
En als je de belangen van de kinderen echt centraal zou hebben staan als branche dan had je de overheid nog vóór de crisis gewezen op de perverse prikkels van de markwerking – in 2006 al beschreven in het rapport ‘Starting Strong’ van de OECD -die er onder andere voor zorgen dat je bij een laagconjunctuur je personeel moet ontslaan waardoor er vervolgens bij een hoogconjunctuur een enorm tekort is aan goede werknemers – zoals nu het geval is. 
Kortom, ik vind jullie kwaliteitsverhaal niet zo geloofwaardig. En jullie oproep om toch weer wat concessies te doen aan de nieuwe kwaliteitseisen vind ik ook niet verdedigbaar als ik ze bezie vanuit de belangen van de baby die zich straks als volwassene moet gaan handhaven in een steeds complexer wordende samenleving die veel zal eisen van zijn cognitieve maar zeker ook van zijn sociaal emotionele vaardigen. 
Als je de belangen van het kind centraal hebt staan en als je de kwaliteit die ze nodig hebben niet kunt bieden, zou je, bezien vanuit de rechten van het kind, je opdracht moeten teruggeven. Dan moet je terugvechten. Dan moet je je financiële cijfers op tafel leggen. En dan moet je laten zien dat je geen babyopvang kunt bieden voor dit geld en dat het logistiek bijna onhaalbaar is om het goed te organiseren. 
Als jullie dat doen, zouden jullie je in goed gezelschap bevinden; UNICEF riep dit al in 2008. Daarbij: er is een realistisch alternatief: het betaalde ouderschapsverlof. In bijna alle in ons omringende landen is er al zo’n regeling. 
Kortom; ik vind dat jullie een vuist zouden moeten maken als branche. Ga niet lopen marchanderen als het gaat om de kwaliteitsmaatregelen rondom  de babyopvang maar pak je rol en ga écht staan voor die kwaliteit.

Marilse Eerkens