Marianne van Duuren brengt gelukkig zijn in verband met eigen verantwoordelijkheid. Daar kan ik me wel in vinden. Maar ik heb een maar: hoe je zelf verantwoordelijk kúnt zijn, moet je als kind wel leren, van het collectief.
De politiek vertegenwoordigt ons als collectief. De politiek bepaalt hoe we zorg dragen voor het geluk van kinderen. De politiek is ook de verdeler van verantwoordelijkheden: tot hier nemen we samen verantwoordelijkheid, daarbuiten zoekt eenieder het zelf maar uit. Dat is een zinvolle stellingname, immers, autonomie draagt ook bij aan geluk.
Op dit grensvlak bewegen zich ook veel discussies in de kinderopvang. Voor wie het zich kan herinneren, begin jaren negentig van de vorige eeuw nam de politiek een fundamentele beslissing: kinderopvang werd 'gecollectiviseerd' als arbeidsmarktvoorziening en niet als pedagogische voorziening. Lang niet iedereen was het eens met deze keuze, maar hij was onvermijdelijk, want: politiek haalbaar.
In dit nummer herken ik deze stellingname in de zorgvuldige formulering van VVD-staatssecretaris Tamara van Ark: 'De reden dat we als overheid de kinderopvang financieren is dat het een arbeidsmarktinstrument is. Daarnaast zien we dat kinderopvang een goede plek is om ook andere doelen te realiseren.' Ik was een van de mensen die toen niet blij waren met de 'fundamentele keuze' en nog steeds zou ik het liever andersom zien. Kinderopvang is een pedagogische voorziening waar we kinderen leren gelukkig te zijn.
Wilma Schepers | hoofdredacteur BBMP
Nog geen abonnee? Neem nu een abonnement op BBMP!